'Ik heb hierop ja gezegd, ook al schreeuwde alles in mij om te weigeren'
Zoals ik in een eerder blog al had beschreven heb ik op mijn tiende een eetstoornis gehad. Hier merk ik, tot op de dag van vandaag, nog steeds de gevolgen van.
Ik vind het bijvoorbeeld nog steeds, tot op de dag van vandaag, moeilijk om uit eten te gaan. Of dit nou bij een vriend of vriendin is of een restaurant maakt niks uit. Wat wel opvallend is, is dat ik dit eigenlijk nooit bij familieleden heb. Als ik bij hen thuis ga eten, dan gaat het prima. Ik vind het wel spannend als ik met hen naar een restaurant ga, maar dat komt omdat restaurants mij nog altijd spanning geven.
Hetgeen dat mij veel stress geeft is het niet exact weten van een portie. Ik ben altijd bang dat ik teveel krijg, waardoor ik het niet op kan eten en dat mensen hier dan een oordeel over hebben. Of dat ik teveel eten krijg en dan vervolgens teveel eet, waardoor ik enorm vol zit, denk dat ik moet overgeven en vervolgens een nacht gevuld met paniekaanvallen heb.
Bij restaurants vind ik het ook altijd fijn om van tevoren de menukaart online te bekijken. Dan kan ik alvast kijken of ik gerechten ken enzo en kan ik "safe options" zoeken. Dit zijn opties waarvan ik precies weet wat voor impact dat op mij zal hebben (dus hoe vullend het is enzo).
Ik ga dan ook eigenlijk zelden uit eten met anderen. En al helemaal niet zomaar spontaan of iets, omdat ik mij dan niet mentaal heb kunnen voorbereiden erop. Echter ben ik tegenwoordig steeds meer uitdagingen aan het aangaan. Zo werd ik laatst spontaan meegevraagd om mee uit eten te gaan met een groepje. Ik heb hierop ja gezegd, ook al schreeuwde alles in mij om te weigeren.
De gedachtes die ik vaak bij eten heb zijn trouwens niet allemaal emetofobie gerelateerd. Het heeft vaak ook te maken met mijn onzekerheden over mijn lichaam. Met het plaatje in mijn hoofd waarin ik denk dat ik niet mooi of goed genoeg ben. Als ik dan uit eten ga, dan houd ik daar vervolgens de gehele dag rekening mee. Dan zorg ik dat ik van tevoren niet teveel nog eet, zodat ik niet te vol zit voor het eten. Zo kan ik op deze manier tijdens het avondeten nog een goede portie nemen i.p.v. dat ik dan minder neem omdat ik sneller vol zit. Voor mijn gevoel eet ik anders veel te veel en heeft dit invloed op mijn zelfbeeld.
Ook heb ik van mijzelf altijd al problemen gehad met mijn darmen. Hierdoor moet ik erop letten dat ik bijvoorbeeld niet te vettig eet of dat ik voldoende vezels binnen krijg, omdat ik anders hevige klachten krijg. Dan krijg ik bijvoorbeeld enorme steken en pijn die vaak resulteren in paniekaanvallen. Ik kan dan ook bepaalde dingen wel en bepaalde dingen niet eten zonder consequenties.
Er zijn bij mij dus heel veel dingen die in mijn hoofd spoken wanneer ik eten zie. De grootste gedachte is echter toch wel de eerder benoemde onzekerheden over mijn lichaam. Ik denk nog regelmatig, wanneer ik een tussendoortje pak in de vorm van bijvoorbeeld chips; 'Zou je dat wel doen? Kom je dan misschien niet te veel aan?'. Deze gedachten vind ik nog altijd lastig. Tijdens de zomervakantie merkte ik bijvoorbeeld dat dit heel erg in mijn hoofd speelde. Ik merkte dat ik zelfs bijna paniek kreeg als ik steeds dacht aan al het, in mijn ogen, ongezonde en vette eten dat we de gehele zomervakantie hadden gegeten. Terwijl in werkelijkheid het eten helemaal niet zo slecht was. Ja we hebben natuurlijk af en toe pizza of snackbar of iets gehaald, maar we hebben ook echt wel gezonde dingen gegeten. Alleen dat dringt op dat moment dan niet tot mijn hoofd door.
Ik vind deze gedachten zelfs dus enorm moeilijk, omdat ik ook weet dat het geen gezonde gedachten zijn. Het zijn kritische gedachten die ik over mijzelf heb. Wat doe ik hiermee? Ik spreek ze uit. Vaak is dit aan mijn moeder. Ik zeg dan, vaak op een random moment aangezien er toch nooit een goede aanleiding voor is, welke gedachtes ik heb. Ik verifieer deze gedachten eigenlijk dan als het ware. Ik check bij mijn moeder of de werkelijkheid die ik in mijn hoofd heb ook echt matcht met de realiteit en vaak is dit niet het geval. Ook merk ik dat, door het uitspreken, de gedachten niet alleen meer mijn last zijn om te dragen, maar ook die van anderen. Ik deel de last, want niemand hoeft dit immers alleen te doen.
Ook doe ik nu steeds vaker mentale middelvingers naar mijn kritische gedachten. Als ik nog een lekkere oreo met witte chocolade pak en denk: 'Zou je dat wel doen? Dat is al je tweede tussendoortje', gaat die middelvinger omhoog en neem ik hem juist. Ik wil namelijk geen spanning of stress om eten hebben. Ik wil geen toxic relationship met eten hebben. Eten is hetgeen dat mij in leven houdt en ik moet stoppen met eten onder 'goed' of 'slecht' te labelen.
Het is een heel proces, eentje die ik nu al een behoorlijke lange tijd doorloop. Het heeft ups en het heeft downs, maar dat is eigenlijk altijd wel zo. Met alles helaas. Laatst vond ik een oud schriftje waar ik een soort van dagboekje van had gemaakt. Daarin had ik geschreven dat ik bewust een lunch had geprobeerd over te slaan, maar dat de honger in mij te erg was en het mij niet was gelukt. De woorden die daarna volgden waren 'ik kan ook nooit iets doen. Ik ben dik en ik ben lelijk en ben het niet waard'. Ik kan nu, vele jaren later, naar ere geweten zeggen dat ik niet meer zo denk. Ik ben niet dik, ik ben niet lelijk en ik ben zeker weten alles waard in het leven dat ik wil. Ik ben het waard om verliefd te zijn, ik ben het waard om anderen lief te hebben, ik ben het waard om te leven. Ik mag leven en dat ga ik ook zeker elke seconde op deze aarde doen.
Het zal de rest van mijn leven vast en zeker af en toe nog weleens moeilijk zijn, dat eten. Ik zal ook zeker soms mijzelf tegenkomen, maar ik weet dat dat hoort. Ik weet dat dat moet. Niemand kan 24/7 van zichzelf houden en dat heb ik geaccepteerd. Ik heb mijzelf een tijdje steeds gewogen. Niet om te kijken of ik was afgevallen, maar te kijken of de gedachten die ik in mijn hoofd had die zeiden dat ik was aangekomen klopten. Ik had in die periode deze gedachtes steeds heel hevig, maar wist ook dat dit enkel gedachten waren. De weegschaal bevestigden dit, want ik was steeds geen enkele keer aangekomen. En als dat soms wel het geval was dan keek ik mijzelf in de spiegel aan. In plaats van op dat moment dan negatief te denken, dacht ik positief. Ik sloeg mijn armen om mijzelf heen en bedankte elke centimeter van mijn lichaam. Ik keek mijzelf écht aan en was lief voor mijzelf. Ik fluisterde dat ik het goed deed, dat ik het waard ben, dat ik goed genoeg ben en dat een cijfer of iets mij niet definieert. Mijn gewicht bepaald niet wie ik ben en ik ben mooi no matter what, want ik als persoon ben mooi. De woorden voelden eerst steeds leeg aan, maar langzamerhand gaan ze steeds meer voor mij betekenen en geloof ik ze echt.
Het is nog steeds een proces, maar eentje dat het waard is om te doorlopen. Het is een proces dat uiteindelijk iedereen wel zal ondervinden, want iedereen is wel ergens onzeker over. Als iemand nu tegen mij zegt dat die trots op mij is, dan geloof ik het. Dan weet ik dat dat echt zo is. Vroeger had ik het gezien als lege woorden.
Weet dus dat je er langzamerhand echt wel komt. Weet dat je nooit alleen bent en weet dat iedereen in je omgeving een eigen proces doorloopt. Weet dat je goed genoeg bent en dat je iemand bent waar mensen trots op mogen en kunnen zijn. Je bent het waard. Waard om te leven, waard om lief te hebben en waard om anderen om je heen te hebben. Soms (of vaak) voelt het helaas niet zo, maar weet dat er anderen zijn op wie je kan rekenen. Op wie je kan vertrouwen. Zelfs als je je helemaal alleen voelt in je proces.
Zo zie ik het althans.
Comments